woensdag 25 september 2013

Literatuur bij VERS / VIER




Literatuur in Veghel krijgt een steeds grotere plek. Na de succesvolle Week van het Schrijven georganiseerd door de Bibliotheek, volgt nu VERS / VIER–een literaire avond. VERS heeft zich de afgelopen drie edities laten kenmerken door een grote diversiteit. De avonden blijken steeds weer een succes en tal van mensen komen er met plezier naar terug. Stadsdichter Bas Geeraets weet het publiek voor zich te winnen door telkenmale weer een goed programma neer te zetten. Onder de vleugels van Kunstgroep de Compagnie, wordt alweer de vierde editie georganiseerd.
Om aantrekkelijk te blijven, is deze editie gekozen voor een breed programma. Zo zal Thomas Heerma van Voss (de Allestafel, Stern)optreden, komt Luuk Koelman (Columnist van o.a. Metro)voordragen en zal Ingelise de Vries (Chef –ThePostonline Cult –Leven) komen vertellen over haar aanraking met literatuur en haar wens een boek te schrijven, of juist niet. Ook voor poëzie is plek, met Daan Mol die, tijdens VERS 2 het publiek voor zich won met de band Contra Contra. Als kers op de taart is er zelfs een mystery guest (hoe spannend is dat) Bas Geeraets presenteert de avond en wellicht eist hij ook even de microfoon op.
VERS is een avond voor jong en oud, gratis en daardoor zeer toegankelijk. Het leuke aan een literaire avond met de insteek van VERS, is misschien wel de ongedwongen sfeer die er hangt. Auteurs zitten gewoon tussen het publiek, er is plek voor een drankje en een praatje, maar bovenal is het heerlijk luisteren naar het gesproken woord.

tot zaterdag


VERS zal gehouden worden a.s. zaterdag 28 september 2013. Om 20:00 bent u welkom en omstreeks 20:30 begint het programma aan Galeriecafé ‘De Afzakkerij’ aan de Noordkade. De toegang is geheel gratis en voor informatie kunt u terecht bij: tmsgeeraets@gmail.com

vrijdag 20 september 2013

Participatiesamenleving gone wrong



In de bus ben ik het niet eens met de rijstijl van de chauffeur. Ik zie rondom mij: af en aan zuchtende gezichten, geweeklaag en mokkende mensen. Als participant tijdens deze busreis, neem ik het heft dientengevolge in handen. Ik stap op de buschauffeur af, plaats zijn handen op de correcte wijze aan het stuur, neem hem zijn mobiele telefoon af en sommeer hem iets sneller te gaan –we rijden immers op een snelweg nietwaar?

Ik participeer dus ik heb bestaansrecht. Het zou potdomme wat zijn zeg als je de dienstdoende chauffeur alles zou laten doen.

Achter mij zijn mensen het er echter niet mee eens, ook zij willen participeren, participeren is namelijk het nieuwe afzonderen. In mijn rug ontstaat een opstootje. Ik draai me om en laat me ook hier niet vangen door desinteresse en haak nu, met een rechtse directe en een welgemikte muilpeer, in. Ziet u hoe ik participeer? Ondertussen heeft de berijder van het gevaarte er genoeg van en trapt op de rem. Iedereen doet mee op dit punt en een oud besje klatert van haar stoel, met zijn allen buitelen we over elkaar om de vrouw op te tillen en op haar terug op de stoel te zetten.
“ZO KAN IK TOCH NIET RIJDEN”, blaat de chauffeur.
Niemand is het op dit punt nog met iemand eens. Er wordt geschreeuwd en de bestuurder kan zijn werk niet meer doen. Als gevolg staan we dus een kwartier lang stil en is iedereen te laat op zijn plek van bestemming.

Een stilstaand gevaarte als een bus op de snelweg is, bovendien ook nog eens gevaarlijk, zo denken verscheidene medeweggebruikers en ook zij parkeren her en der over het asfalt, auto’s van elk soort pluimage. Een kalende grijze man in een duur pak (krijtjesstrepen) stapt uit en baant zich een weg door de schreeuwende menigte. Zijn natuurlijke leiderschap valt echter in het niet, doch bij het woord ‘bonus’ draaien mensen zich om. In het kader van participeren eisen zij gedeelten van de bonus, zij willen participeren in de bestedingsruimte die deze man zich kan veroorloven. In ieder geval wil de buschauffeur dat. Zijn zware baan wordt onderbetaald en nu moet hij ook nog eens iedereen als participant dulden. Op de snelweg ontstaat een grote vechtpartij, die ontaard in veel schade. Tot een vrouw roept dat ze nu toch echt moet bevallen. Omstanders tillen haar naar de berm en stropen haar onderkleding van haar af, iedereen helpt mee, maar voor de vrouw is dit niet het beste. Er ontstaat een gedrang om de barende vrouw, een man, wat plomp, struikelt over een pol en belandt bijna op de buik van de vrouw.

Ik participeer dus ik heb bestaansrecht.

Als ik mijzelf echter even afzonder van deze algehele malaise, even naar adem hap, rinkelt mijn telefoon. “Ja, met …… …….., je had hier al een uur geleden moeten zijn, dit is al de derde keer deze week, je hoeft niet meer te komen”. Kokend van woede draai ik me om, ik zoek de bankdirecteur en zijn poen.

Nog even mompel ik, dat bij een goede participatiesamenleving een goede bestuurder nodig is, anders kom je te laat op je werk, draai me vervolgens om naar de menigte en doet wat mij is opgedragen, ik ga op in het nieuwe participeren.


zondag 15 september 2013

Zo.

Zo draait hij cirkels
Om een afwasmand
Zo klaart hij klusjes:
een heel ander moment

Zo maalt hij in zijn hoofd
Droomt zachte sprookjes
Verklaart ze nietig
Maakt van geluk –ongeluk

Zo vreest hij het meest
Als hij dronken was
En wakker wordt
Maar echt wakker dan

Hittebestendig was hij nooit
De korst brandt snel
Kraakt bij het verse vlees
Dat hem blootstelt

Laat het dat zijn
Dat hij niet wil tonen
Zo!
Laat hem maar

donderdag 5 september 2013

Een monoloog eindig je met ondergoed.


“Nu ik zo ver ben gekomen en u zult denken: vanaf waar dan? -hetgeen later waarschijnlijk aan bod komt- kan ik melden dat ik hier zit met een deur open, een sigaret aan en nazomerend een klein beetje loom nog, wat rondhang. Dat mag op gezette tijden, immers ben ik in de veronderstelling dat als je nergens de rust neemt je ook nooit daadwerkelijks tot iets nieuws komt. Noodzaak is er natuurlijk helemaal niet, om tot iets nieuws te komen. Daarmee stellende dat sommige zaken prima zullen blijven gaan zonder verandering. Ikzelf heb daar meer moeite mee. Persoonlijke verrijking vind ik best wel belangrijk. Uiteraard had een wandeling gedurende de ochtend niet misstaan, maar dan had ik de muziek op mijn koptelefoon aan moeten passen en dat op zich is al een opgave die me op dit moment iets te veel lijkt. Het moment, daar bevind ik me in en daar wil ik nog even sluimeren.
Overpeinzingen in het algemeen zijn niet verkeerd, zo zie ik in dat mijn leven uit faalangst bestaat. Vele dingen zijn louter om angst aan me voorbij gegaan. Links en rechts wordt je dan al vrij snel ingehaald, het stompt ook af. Ziet u een grote draaikolk voor u, zo eentje als in bad, bij het weglopen van het water? Enfin, uw fantasie zal groter zijn dan die van mij, metaforen gebruiken om iets duidelijks te maken komen soms nogal clichématig over.

Sommige van u zullen denken dat, wat ik thans doe, mij niet uit enige penarie zal helpen, wellicht niet eens verder helpen. Op je gat zitten en zelfgenoegzaam roken terwijl je onbeweeglijk in je binnenste wroet, doet al gauw denken aan een zondaar die niet weet wat hij met zijn tijd moet doen. Een lamlul. Een persoon in zijn eigen cirkeltje. Anderzijds zou dat doorbreken van de cirkel onherroepelijk leiden tot een gedwongen opname. Het zou te snel gaan en hij zou zich pardoes in situaties bevinden waar geen kruit tegen gewassen is. Toch heeft het effect, een realiteitsbeeld te creëren zonder enige inmenging. Een eerlijk beeld van jezelf schetsen is immers niet zo makkelijk. Niet op de laatste plaats moet je door sommige barrières heen. Normaliter ga ik daarvoor wandelen, maar zoals ik zei is dit moment van bezinning de beste manier voor mij op dit moment. Ook als ik zonder koffie zit trouwens.

Weet u bijvoorbeeld dat ik niet naar de kermis durfde, zelfs niet onder de rokken van mijn moeder? Niet omwille van de attracties hoor, die kon ik op mijn jeugdige leeftijd wel waarderen. Welk kind is niet aangetrokken tot de lampjes, de knuffels in piepschuim, het zwieren-zwaaien en rondjes draaien. De kermis is een uitdaging voor het fysieke gestel, waar anders zweeg je door de lucht. De kermis voor een kind is een grens verleggen. Maar ik durfde niet, omdat ik bang was voor de andere kinderen die naar de kermis gingen. Bang voor het gelach, bang voor de eventuele klappen die mij ten deel zouden komen. Je zou kunnen stellen dat ik op jonge leeftijd enigszins last had van een paranoïde geest. Dat overkomt sommige en het is hard werken dat opzij te zetten.

Naast dit alles ben ik niet competitief genoeg ingesteld. Snel is er het gevoel dat anderen meer kans maken dan ik. Een tijdje loop ik gelijk op, maar ik houd het niet vol. Ik hoef niet de beste te zijn, maar wil het wel. Zoiets. Dat is ook iets. Vaak (en dat is tijdens wandelingen) probeer ik een streep te trekken, er is genoeg gesold. Maar altijd kom ik weer tot de conclusie dat het de ander niet is die met mij solt, nee joh, dat doe ik zelf. O hoe openhartig en vrij ben ik toch naar u toe. Het doet bijna pijn.

Over vrij zijn gesproken, soms moet je alle schroom van je afgooien. Een keer krijsen en met je blote billen over straat durven lopen in het heilige geloof dat de consequenties gering zullen zijn. Impulsief ben ik er genoeg voor, ik zou het nu zo maar kunnen doen. Echt hoor! Ik dreig niet. Helaas val ik dan als een plumpudding ineen, simpelweg omdat ik wel bang ben voor de consequenties. De buren in deze woonwijk zullen denken, praten en waarschijnlijk –hen kennende- de politie verwittigen. Ik ben toch al zo’n vreemde, afwezige snuiter. Uiteindelijk lachen ze in de vuistjes. Natuurlijk was ook dit een metafoor, ik weet het wel, u kunt het beter dan ik, het uitstippelen van een fictief verhaal om duidelijk te maken dat er altijd beren op de weg liggen bij een plan. U kunt duidelijk weergeven dat de consequenties van een acties altijd in het vooruitschiet liggen bij elke daad. Ik ben daarom trots op u. Over mijzelf denk ik nog even genoegzaam na, met een sigaretje en zonder koffie.

Als je stil blijft zitten, roerloos, kan je niets overkomen. Zonder actie zou er geen reactie zijn, maar het uitblijven van die reactie is op zich zelfstaand al een reactie. Eureka lieve mensen! Dat is het, dat houdt me tegen, het feit dat ik niet precies in kan schatten wat de reactie op iets zou zijn, houdt mij tegen iets te ondernemen, want de reactie zou in ieder geval een slechte zijn –in mijn optiek. Het is me al vaak genoeg overkomen. Dat is het, dat is het! Mijn cirkel is rond, ik ga voor de gedwongen opname, want ik weet waar de crux zit. We schieten maar door naar de startblokken in dit geval. Zo! De sigaret doven in de asbak, van het getergde zitvlees afkomen, ochtendjas af en als de wiedeweerga naar boven. In mijn hoofd zitten de plannen, poedelnaakt beginnen we bij de juiste keuze voor het ondergoed.”